Bijna een eeuw geleden, in 1893 , verscheen de "Geschiedenis der Groninger Veenkolonien", door H.J. Top. Hij geeft daarin een beschrijving van de remmende invloed die Jan Oldenzeel (of Oldenziel) te Zuidlaren zou hebben uitgeoefend op de ontwikkeling van die veenkolonien.
Met name op die van de "Nieuwe Friesche Compagnie" of "Kylcompagnie", later Kielwindeweer en Lula geheten.Top tekent hem ale een "lastige hinderpaal". Als grondeigenaar te Zuidlaren beweerde hij recht te hebben op de gehele strook veen van Zuidlaarderveen tot aan Muntendam. Hij zou vele machtige vrienden gehad hebben en vele processen gevoerd hebben, o.a. tegen Adraiaan Geerts Wildervanck.
Vooral is merkwaardig Top's mededeling dat dan Oldenziel een der voornaamste eigenerfden en Schatgevers (d.i. belastingbetaler) van Zuidbroek was! Tot zover Top.
25 November 1749
Tusschen Grietien Jans meerderjarige dogter van Jan Eibes en Henderiekien Harmens op Zuidlaarderveen impetrante ter eene en Roelof Roelofs minderjarige soon van wijlen Roelof Oldenziel Tegenwoordigh woonagtigh in de Wildervank Gerequireerde ter andere zijden, dolerende impetrante tot Gerequireerde na voorgaande trouwbeloften terwijl bij elkander op Zuitlaarderveen woonagtigh waren geweest impetrante tot vleeschelijke gemeenschap hadden gesedueert waar van Beswangert was geworden, en onlangs in de kraam bevallen zijnde van een jonge soon, ......